Lucia Maria Luijendijk
Lucie werd geboren te Payeti/Waingapu (op het eiland Sumba in Indonesia) op 4 november 1940 als enig kind van Pieter Johan Luijendijk (1907-1985) en Jannetje Klapwijk (1908-..).
Tijdens de Japanse bezetting was zij geinterneerd in het kamp Kampili op Sulawesi. Zij bracht haar hele jeugd op Sumba door; van 1950-1953 in gezelschap van een pleegzus, Mada Vic Djadi.
Lucie's moeder Jans Luijendijk-Klapwijk (opgeleid als onderwijzeres) zorgde m.b.v. schriftelijk onderwijsmateriaal (IVIO) voor haar lagere schoolopleiding.
In 1953 - tijdens een verlofperiode van haar ouders - bleef zij in Nederland achter voor haar middelbare schoolopleiding. Zij werd ondergebracht in het gezin van dr Jelle Berg en zijn vrouw Eppie Berg - Miedema. Jelle Berg was voormalig zendingsarts op Sumba, en na terugkeer als schoolarts werkzaam in Nederland; eerst in Boskoop, lateri en Emmen. Lucie bezocht achtereenvolgens middelbare scholen in Apeldoorn, Alphen aan de Rijn, en Emmen. Zij leerde dus al vroeg zelfstandig te zijn.
Het studiejaar 1958/59 bracht ze door op Kingsmead College, Selly Oak, Birmingham, England. Zij studeerde daar samen met een grote groep 'jongeren' uit alle delen van de wereld en behaalde medio 1959 een Cambridge Lower Certificate in English van de University of Cambridge Local Examinations Committee. Zie meer info over opleiding.
In september 1959 begon zij een studie medicijnen aan de Vrije Universiteit in Amsterdam; ze wilde tropenarts worden (meer info over opleiding). Op 27 oktober 1967 behaalde ze haar arts examen .
Ter voorbereiding op een toekomst in de tropen bezocht zij tijdens het studiejaar 1964-1965 een cursus zending - werelddiakonaat - ontwikkelingssamenwerking voor niet-theologische studenten op het Zendingscentrum in Baarn. Gerard Dulfer had zich als student natuurkunde ook voor die cursus aangemeld. Zij kwamen daar als volslagen onbekenden, onafhankelijk van elkaar, maar met een gelijksoortige motivatie om bij te dragen aan 'een meer leefbare wereld voor allen'. Er ontstond een relatie, die leidde tot een huwelijk op 21 juli 1967.
Na haar artsexamen (27-10-1967) was zij nog enige tijd als assistent werkzaam op de afdeling dermatologie van de Medische Faculteit/Ziekenhuis van de Vrije Universiteit. Tegen het einde van de eerste zwangerschap (Diederik, geboren 18-12-1968) moest zij deze baan opgeven. Mede omdat Gerard bezig was met een promotieonderzoek bij de Faculteit Natuurkunde van de VU.
Van 1971-1976 verbleven ze als gezin in Yogyakarta (Indonesië). Gerard werkte daar aan de afdeling natuurkunde van de Gadjah Mada universiteit. Lucie zocht werk in de medische sfeer en deed vrijwilligerswerk (o.a. bestuurslid van Diakonia Umum). Op 15 april 1973 werd Bastiaan geboren.
Na terugkeer in Nederland werkte ze als keuringsarts en docent anatomie/fysiologie aan opleidingen voor ziekenverzorgsters en verpleegkundigen. Maar dit werk gaf haar onvoldoende bevrediging. Ze deed daarentegen met veel plezier een enorme hoeveelheid vrijwilligerswerk op het gebied van zending, werelddiakonaat en ontwikkelingssamenwerking. Op basis van haar capaciteiten, ervaring en betrokkenheid solliciteerde zij in 1985 naar de functie Azië secretaris Zending en Werelddiakonaat van de Gereformeerde Kerken en ..,. werd aangenomen. Ze werkte op het dienstencentrum van de Gereformeerde Kerken in Leusden, en later - na de fusie tot SoW-kerken - op het nieuwe dienstencentrum in Utrecht, tot aan haar vervroegde pensioen in 2000.
Ze ondernam daarna verschillende nieuwe activiteiten, maar mocht niet lang van haar pensioen genieten.
Lucie overleed thuis (Sint Andriesstraat 18 in Amersfoort) op donderdagavond 3 oktober 2002. Op 8 oktober vond een afscheidsdienst plaats in de Gereformeerde Fonteinkerk in Amersfoort. Op dezelfde dag vond de crematie plaats in Ugchelen. 'In memoriam' en Herinneringen geven een beeld van Lucie;s betekenis voor anderen.
Jeugd
Lucie werd op 4 november 1940 geboren in Payeti, op het eiland Sumba in Indonesia. Haar ouders waren ruim 8 jaar eerder (in 1932) getrouwd. Lucie was hun eerste en enige kind. Dus zeer gewenst en zeer geliefd.
Lucie was nog geen 2 jaar toen ze door de Japanse bezetter van Nederlands Indi• met haar moeder op transport gesteld werd van het eiland Sumba naar het eiland Sulawesi (toen Celebes genoemd). Aan boord van het schip dat hen vervoerde was moeder Jans niet goed. Iemand anders gaf Lucie te eten. Bij het overboord gooien van etensresten verdween ook het vorkje van Lucie's bestek. Maar in 2002 gebruikte moeder Jans nog steeds het bijbehorende zilveren lepeltje (merk 'Wilkens 90').
Moeder Jans herinnert uit het gevangenenkamp Kampili dat Lucie 's avonds het sterrenbeeld Orion. Lucie zei: "Die sterren zijn vast vriendjes van elkaar, want ze staan altijd bij elkaar".
Moeder Jans was in het kamp verantwoordelijk voor het schoonhouden van een deel van het kampterrein. Ze had daarbij allerlei textielresten verzameld waarvan ze een klein rood-wit-blauw vlaggetje gemaakt had. Ze bevestigde het vlaggetje aan een stokje en stak het in de bamboewand van loods 11. Lucie had het vlaggetje echter ontdekt en stiekem meegenomen naar de kleuterschool. Terwijl Jans over het terrein liep zag Jans plotseling de kinderklas aan komen lopen. Voorop, zwaaiend met het vlaggetje, Lucie. Jans rende er naar toe en pakte haar snel het vlaggtje af. Bang als ze was dat de kampbewakers er erg in zouden krijgen en kwaad zouden worden. Gelukkig trok het incident geen aandacht. Op Bevrijdingsdag mocht het vlaggetje tevoorschijn komenen getoond worden(zie foto links).

Moeder Jans en Lucie (1946)
Tijdens het verblijf in Berkel van juni 1946 tot juni 1948 speelde Lucie graag met Corrie (van der Breggen-)Klapwijk. Piet schreef op 18-9-1947 aan Jans: "Corrie vroeg, of ze (Lucie) bij haar mocht slapen; blijkbaar afgesproken werk, maar ik heb het afgeketst."
Op 20-9 schreef hij: " Ze heeft almaar gezeurd of ze bij Corrie slapen mocht: ik heb het toegestaan voor vanavond en zondagavond, en verder niet. Ik vind het prettig dat ik voor haar zorgen kan, en dan slaapt ze ook wat rustiger. Overigens is 't een praatjesmaker aan tafel, en zou ze gauw alle manieren verleren."
Over Lucie's verjaardag in 1951 schrijft moeder Jans schrijft aan vader Piet, die in Pajeti is: "Lucie en Mada zijn met de meisjes de gasten wegbrengen n.l.. Lina, Lena en Deppie die hier hebben gegeten. 't Is voor Lucie wel een goede dag geworden geloof ik. Tante Willy[1], Tine[2] en Bub[3] hadden zelfs een cadeautje gestuurd en de meisjes hier, en Wahi natuurlijk. 't Kon niet op. Ze was heel erg blij met jou boek. En de pop werd natuurlijk door iedereen bewonderd. Vanmorgen zat ik even met het lastige geval dat de hele kerk kwam feliciteren. 'k Kon onmogelijk uitnodigen te gaan zitten want dan hadden we wel naar de kerk mogen gaan om te zitten. 'k Heb toen alle kinderen hun handjes volgestopt met lekkers en de mensen weg geloodst. 'k Voelde wel dat het niet helemaal in orde was maar ik wist nie3t hoe ik het moest aanpakken om de dag voor de kinderen niet helemaal te bederven. 'k Had namelijk de kumpulan[4] "Imanuel" uitgenodigd op stroop en koekjes. Kana kon niet laten heel gemeen voor alles te bedanken."
Lucie was zowel kritisch als gezagsgetrouw zoals mag blijken uit een brief van januari 1953 aan haar moeder: "Goeroe Lede van Pada heeft eergistermorgen gepreekt. Hij zei dat wij om 3 uur naar catechisatie moeten. Terwijl, toen wij een keer om 3 uur gingen hij pas ging mandiën. We zullen toch maar om 3 uur gaan. Hij moet het zelf maar weten."
Begin 1953, tijdens een periode van afwezigheid van Jans, die in het ziekenhuis in Waikabubak behandeld werd, trok Piet met Lucie op. Hij schreef aan Jans dat hij van een chinees een gedichtenboek van Renee de Clercq gekregen had (waarschijnlijk uit de 'nalatenschap' van een zendingsarbeider, die naar Nederland vertrokken was). Hij meende dat Lucie gevoel voor poëzie had. "Enkele felle Vlaams-nationalistische gedichten spraken haar onmiddellijk toe." Ze hadden het volgens hem samen heel gezellig. Zij las hem veel voor, o.a. van Renee de Clercq. De man bleek de dichter te zijn van verschillende studentenliederen zoals 't schoenmakerke; de gilde viert, de gilde juicht!
Uit een brief van Lucie aan moeder Jans (januari 1953) blijkt zij - hoewel pas 12 jaar - al een zeer zelfstandig persoon te zijn. Zie bijv. wat zij schrijft over het afhandelen van een verzoek van de radja (lokale vorst) om een pan te mogen lenen.
Als haar ouders in 1953 terug gaan naar Sumba en Lucie alleen achterblijft in Nederland, bij de familie Berg-Miedema, heeft Lucie het niet gemakkelijk. In de brief van moeder Jans van 8 september 1953 (?) gaat ze in op Lucie's minderwaardig-heidsgevoelens (Lucie voelt zich bijvoorbeeld sterk de mindere van Anneke Berg): "Ik kan me ook zo goed jou gevoel voorstellen als je je naast Anneke moet handhaven. Eigenlijk is het een beetje een teleurstelling voor me dat je daar nog helemaal niet overheen bent. Ik had gehoopt dat je juist door de omgang met die vlotte Bergjes zelf ook een beetje meer flair zou opdoen. Maar ik merk dat je nog niet veel veranderd bent. Lieve schat, je hebt het van geen vreemde. Papa en ik, wij allebei, kennen dat zo goed. We zijn het nog niet helemaal kwijt, maar je moet er tegen vechten. ... Heus, lieve schat je moet jezelf niet te min achten. Maar probeer je te geven zo als je bent. ... Weet je dat ik soms dacht: Straks is Lucie zo veranderd dat ze niet meer bij ons past, maar ik merk nu dat ik daar niet bang voor behoef te zijn. En dat troost me toch ook weer een beetje, hoewel ik het je graag zou gunnen, als je wat vrijer en gemakkelijker zou kunnen bewegen dan ik altijd heb gedaan. "
Toch heeft ze het heel goed bij de familie Berg. Uit Lucie's brieven aan haar ouders spreekt grote waardering voor Oom Jelle en tante Eppie. Na haar ouders zijn dit de liefste mensen die ze kent, schrijft ze in 1956.
In de vakanties bezoekt ze haar familie in Apeldoorn (Opa en Oma Luijendijk, alsook Tante Gre Minekus-Luijendijk met haar kinderen) of in Berkel (Oom Jas en Tante Ant Klapwijk, alsook Oom Jaap en Tante Mien van Etten). Ook gaat ze wel bij Sumba-families op bezoek (bijv. Miep Blom en haar kinderen). In twee zomervakanties neemt ze deel aan NCSV-kampen. De Kerstbijeenkomsten voor 'zendingskinderen' op het Zendingscentrum in Baarn (zie deelnemerslijst) zijn hoogtepunten.
Herinnering van Lucie (juni 2002): Duiven associeer ik met Apeldoorn (Opa); zeemeeuwen met Cornwall.
[1] Willy Kuiper, vrouw van zendingsarts Kuiper
[2] Tine Miedema, onderwijzeres? in zendingsdienst
[3] Bub Brouwer, verpleegkundige in zendingsdienst
[4] groep, club, vereniging
Brief Lucie 1953

Karakter
· Bastiaan: ze hechte belang aan de zelfstandigheid van de vrouw, ook binnen een relatie, zo mogelijk ook een eigen inkomen
· de stille kracht (karakter, Indische achtergrond, zie ook advertentie broer en zusters van Gerard)
Ze was - volgens haar 'schoolkameraad' Ans Kampherbeek) in de hoogste klassen van de middelbare school - een rustig, onopvallend meisje. Erg intelligent. Ze was zeker van zichzelf en ging haar eigen gang. Ze was nogal gesloten en de contacten met vrienden en vriendinnen waren op die leeftijd vermoedelijk nog niet erg diepgaand.

Opleiding
Lagere school
De eerste stappen van haar schoolopleiding zette zij op de Lagere School met de Bijbel in Berkel. Van juni 1946 tot april 1948 verbleef zij met haar ouders bij Opa en Oma Klapwijk-Verhoeff.
Na terugkeer op Soemba volgde ze IVIO afstandsonderwijsonderwijs. Vanuit Bandung werd lesmateriaal opgestuurd, inclusief toelichting voor de studie/huiswerkbegeleider, toetsmateriaal, etc. (zie voorbeeldenvan lesmateriaal in het archief). De toetsen werden naar de contactpersoon Bandung (Mw Hendriks-de Keyzer) gezonden ter beoordeling en advies. De taak van studie/huiswerkbegeleider berustte merendeels bij moeder Jans, maar soms -bij haar afwezigheid- bij vader Piet.
Lucie kon overigens reeds vrij zelfstandig werken. Vader Piet schreef in 195x aan Jans (toen die voor enige dagen elders op Sumba verbleef): "Ze werkt goed en ijverig. Ze heeft anders heel wat af te werken op ••n dag."
In 1953 vertrok het gezin terug naar Nederland. Moeder Jans herinnerde zich in 2002 nog helder dat ze bij aankomst in Surabaya (op doorreis naar Jakarta) bericht ontvingen dat Lucie geslaagd was voor het toelatingsexamen voor de middelbare school (zie archief).
Middelbare school
Na terugkeer in Nederland en nam het gezin intrek in een pension in Apeldoorn (Loolaan 8). Lucie ging daar naar de middelbare school aan de Jachtlaan. Omdat haar ouders in het voorjaar van 1954 naar Sumba terugkeerden en Lucie ondergebracht werd bij de familie Dr Jelle Berg in Boskoop (Laag Boskoop 7a) kon zij de eerste klas in Apeldoorn niet afmaken.
In Boskoop bezocht zij de christelijke middelbare school in Alphen. Toen de familie Berg in 19.. naar Emmen (Prinsenlaan 56, later 40) verhuisde ging Lucie vanzelfsprekend mee. Ze bezocht in Emmen de Christelijke HBS, later Christelijk Lyceum. Ondanks de overstap naar een andere school behaalde ze zeer goede resultaten. Zie als voorbeeld haar rapporten en een repetitie meetkunde in dossier.
Nevenactiviteiten o.a. blokfluitles, assistent leidster van een meisjesclub. Ze hield in 1955 een voordracht over haar leven op Sumba.
Na de derde klas koos ze exact (de B-richting). Ze was (volgens haar vriendin Ans Kampherbeek) in de klas een rustig, onopvallend meisje. Ze was intelligent; vooral in de B vakken was ze heel erg goed. Toch had ze nog tijd voor andere activiteiten. Ze was o.a. lid van de redactie van de schoolkrant, volgde blokfluitles en was hulpleidster bij een meisjesclub (8-11 jaar). Ze deed in 1958 met goed gevolg eindexamen HBS-B (zie cijferlijst).
N.B. De meeste meisjes kozen voor de niet-exacte richting. Lucie vormde wat dat betreft dus een uitzondering. Bovendien behaalde ze zeer goede cijfers. Zie als voorbeeld haar rapporten en examenlijst in dossier.
In de vierde klas HBS-B zaten 21 jongens en 5 meisjes. Uit de brieven aan haar ouders blijkt dat er onder de leerlingen behoorlijk grote leeftijdsverschillen waren. Lucie was op vier na de jongste. De brieven geven een aardig beeld van het leven van een middelbare scholier, de omgang tussen leerlingen en leraren, en tussen leerlingen onderling.
In de zomervakantie van 1957, tussen de 4deen de 5de klas, bracht ze een maand door bij de familie C.W. van Es in Nazeing in Essex (UK). In die periode bezocht ze ook een twee weken durende 'jeugdkursus' in ....... Lucie's vader, Piet Luijendijk, had in maart 1954 reeds een bezoek gebracht aan deze familie van Es. De heer van Es was tuinder (?) Uit een brief van Piet d.d. 7 september 1958 blijkt dat hij tevens scriba van de Gereformeerde kerk in Londen was.
In de ..de klas werd ze gekozen tot lid van het bestuur van de Schoolraad en benoemd als secretaris. Zie bestuurslint met medaille (archief).

Voor meer informatie over haar middelbare schoolperiode, zie toespraak van Eppie Berg-Miedema ter gelegenheid van Lucie's huwelijk met Gerard Dulfer in 1967.
Kingsmead College, Selly Oak. Birmingham, England
In 1958/59 bracht ze een jaar door op Kingsmead College, Kingsmead, Selly Oak, Birmingham, England. Ze studeerde daar samen met een grote groep 'jongeren' uit alle delen van de wereld (zie foto's en birthday greetings card). Ze volgde een zendingsopleiding, maar behaalde daarnaast - medio 1959 - een Cambridge Lower Certificate in English van de University of Cambridge Local Examinations Committee.
In Kingsmead waren ook studenten uit India aanwezig. Lucie was o.a. bevriend met Mavis .. en Joy Whitin. Vele jaren later - tijdens één van haar India reizen (1995?) - logeerde Lucie in een Guesthouse van een congregatie van zusters in Bangelore (Zuid India). Wie schetst haar verbazing en blijdschap toen zij daar -totaal onverwacht- tijdens het ontbijt Joy Whitin ontmoette. Een jaar later zocht zij haar nog eens op. Mavis bleek reeds overleden te zijn.
Universiteit
Medio 1959 startte zij haar opleiding medicijnen aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Een lang gekoesterde wens, waaraan ze vast hield ondanks suggesties van haar ouders om te overwegen een minder zware studie te kiezen.
Ze werd lid van de Vereniging van Vrouwelijke Studenten aan de Vrije Universiteit (VVSVU) en opgenomen in het 'voorname' dispuut (Oratorische Vereeniging) P.A.L.L.A.S..
De studie verliep redelijk voorspoedig: kandidaatsexamen in 19..; semi-arts examen in 1966; artsexamen op 27 oktober 1967.
Ter voorbereiding op een (mogelijke) werkkring in de tropen bezocht ze in het kursusjaar 1964/65 de AZON-kursus in het Zendingscentrum van de Gereformeerde kerken te Baarn, waar ze haar latere echtgenoot Gerard Dulfer ontmoette. In 1967 bezocht ze een symposium Medische aspecten van ontwikkelingshulp van de Nederlandse Studenten Zendings Commissie in het Academisch Ziekenhuis V.U. te Amsterdam.
Tijdens haar studie deed ze haar co-assistentschap verloskunde aan de Kweekschool voor Vroedvrouwen in Amsterdam. Ze schreef een scriptie 'De zware neonatus', gebaseerd op de gegevens van meer dan 100o kinderen die geboren waren op de Kweekschool.
Voor dermatologie (huidziekten) maakte zij een scriptie over de tropische ziekte lepra (zie kopie in archief). Het document werd getypt door haar a.s. schoonvader, Henk Dulfer. Dermatologie trok haar aan. Ze besloot een aanbod te aanvaarden om assistent te worden op de afdeling dermatologie van de Vrije Universiteit (zie loopbaan).
Loopbaan
Arts (1967-1983)
Na haar artsexamen in Oktober 1967 was ze een klein jaar als arts-assistent werkzaam op de afdeling Dermatologie van het Academisch Ziekenhuis van de Vrije Universiteit. Ze moest haar werk in ... 1968 beëindigen i.v.m. de aanstaande geboorte van haar eerste kind, Diederik.
In de Indonesische periode (1971-1976) was het vinden van werk erg problematisch, omdat haar Nederlandse artsexamen door de Indonesische autoriteiten niet erkend werd. Ze probeerde eerst of ze werk zou kunnen krijgen bij de afdeling Dermatologie van de Universitas Gadjah Mada (UGM) in Yogyakarta. Na een kennismakingsperiode zag ze er vanaf. De gewoonte om bij een onduidelijke huidaandoening gelijktijdig een heel scala aan medicijnen, zalven, etc toe te passen stuitte haar tegen de borst als onwetenschappelijk en ongewenst.
Daarom legde ze - via overbuurvrouw Sudibyo - contacten met de afdeling pathologische anatomie. Dat beviel haar veel beter. Ze had binnen de afdeling ook goede contacten met Pak .. Ze kon bij deze afdeling alleen als vrijwilliger werken (zie voorstel van de afdeling en goedkeuring van de Rector UGM); een betaalde baan was om eerder genoemde redenen onmogelijk . Haar activiteiten moesten door twee zwangerschappen worden onderbroken (eerst een langdurig kraambed gevolgd door een miskraam en daarna de zwangerschap en geboorte van Bastiaan).
Na terugkeer in Nederland werkte ze van mei 1977 tot augustus 1980 als uurdocent anatomie/fysiologie aan de opleiding Ziekenverzorging in het Verpleeghuis "Hogewey" te Weesp. Van 1982-1985 werkte ze daar tevens als keuringsarts (1982-1985), met name voor de aanname van nieuw personeel voor het verpleeghuis en nieuwe leerlingen voor de opleiding.
Tenslotte was ze van 1980 tot 1983 docent anatomie/fysiologie aan de Ziekenhuisopleiding Gooi-Noord. Ze stopte daarmee omdat ze 'gek werd van die jeugd'. De leerlingen waren onvoldoende geïnteresseerd en hadden blijkbaar niet het idee dat ze zelf ook wat moesten doen.
Vrijwilliger (1971-1985)
Tijdens de periode 1971-1976 was ze op verzoek van het Algemeen Diakonaal Bureau van de Gereformeerde Kerken (Ds Eri van Dijk) ADB-vertegenwoordiger in het Bestuur van de Stichting Diakonia Umum in Yogyakarta. Deze stichting zette zich vooral in voor de politieke gevangenen, die na de 'coup' (1968) in grote aantallen in 'concentratiekampen' gevangen zaten.
Na terugkeer in Nederland was zij als vrijwilliger in vele functies werkzaam op het gebied van zending, werelddiakonaat en ontwikkelingssamenwerking; voor details zie loopbaan-vrijwilliger en luijendijk_lucie_maatschappelijk.
Op basis van haar capaciteiten, ervaring en betrokkenheid solliciteerde zij in 1985 naar de functie Azi• secretaris Zending en Werelddiakonaat.
Secretaris ZWD (1985-2000)
Van 1 juni 1985 tot 1 november 2000 was ze Azi• secretaris Zending en Werelddiakonaat (ZWD) van ; in de periode 1985 - 1999 in dienst van de Gereformeerde Kerken (kantoor in Leusden), daarna in dienst van de Samen-op-Weg kerken (kantoor in Utrecht).
In het kader van haar werk bracht zij jaarlijks tenminste eenmaal een werkbezoek aan Zuid-Azi• (m.n. India), en -gedurende de vervanging van Bep Boekestijn- naar Indonesia.
Op het thuisfront bracht deze baan - in het verlengde van het vroegere vrijwilligerswerk - veel informatieoverdracht naar en bevordering van de bewustwording van de kerkelijke achterban met zich mee.
Voor meer details over haar werk, zie loopbaan-ZWD.
Afscheid ZWD (2000)
Op 25 mei 2000 nam ze officieel afscheid. Op dezelfde dag vierde haar chef en vriend Ad Mook zijn 25 jarig ambtsjubileum.
In de Amersfoortse Courant stond op 10 februari 2001 een interview met haar onder de titel "Overal of juist nergens thuis" (zie kopie in familiearchief). Ze vertelde daarin over haar werk en betrokkenheid bij India .
Vrijwilligerswerk
Vrijwilliger (1971-1985)
Tijdens de periode 1971-1976 was ze op verzoek van het Algemeen Diakonaal Bureau van de Gereformeerde Kerken (Ds Eri van Dijk) ADB-vertegenwoordiger in het Bestuur van de Stichting Diakonia Umum in Yogyakarta. Deze stichting zette zich vooral in voor de politieke gevangenen, die na de 'coup' (1968) in grote aantallen in 'concentratiekampen' gevangen zaten. De stichting hielp deze politieke gevangenen en hun familie, financieel en in natura. Drijvende kracht achter de stichting was de legerpredikant dr .... In deze functie bezocht Lucie meerdere gevangenkampen, o.a. in Ambarawa. Het feit dat zij arts was gaf haar daarbij extra status.
Na terugkeer in Nederland was zij als vrijwilliger in vele functies werkzaam op het gebied van zending, werelddiakonaat en ontwikkelingssamenwerking. Ze was lid van de zendingscommissie in Muiden, waar ze o.a. de samenwerking met de Hervormden bevorderde. Samen met DickyVerkuyl werd ze lid van de Provinciale Zendingscommissie. In die functie adviseerden en assisteerden ze ZWO-commissies (Zending, Werelddiakonaat en Ontwikkelingssamenwerking) over de opzet en aanpak van hun programma en activiteiten. Ook hield ze voordrachten.
Op basis van haar capaciteiten, ervaring en betrokkenheid solliciteerde zij in 1985 naar de functie Azi• secretaris Zending en Werelddiakonaat. Ze werd benoemd, o.a. omdat zij een van de weinige gekwalificeerde vrouwen was die op deze functie solliciteerde.
Na haar vervroegd pensioen in 2000 was zij ondermeer bestuurslid van de Stichting Groot Haspels, betrokken bij een schrijfgroep van Amnesty International, en lid van de ZWO-commissie van de gereformeerde Fonteinkerk in Amersfoort.
Voor meer details over haar vrijwilligerswerk, zie luijendijk_lucie_maatschappelijk.
Secretaris ZWD (1985-2000)
Van 1 juni 1985 tot 1 november 2000 Azië secretaris Zending en Werelddiakonaat (ZWD) van ; in de periode 1985 - 1999 in dienst van de Gereformeerde Kerken (kantoor in Leusden), daarna in dienst van de Samen-op-Weg kerken (kantoor in Utrecht). In Centraal Weekblad en diverse kerkbladen werd deze belangrijke gebeurtenis gemeld. Zie functieomschrijving.
Haar eerste arbeidsovereenkomst per 1 juni 1985 betrof een werktijdfactor van 40%, in 1987 uitgebreid naar 45% ter compensatie van haar buitenlandse reizen.
Per 1 juni 1988 werd haar werktijd opnieuw uitgebreid; nu naar 80%. Zij kreeg een 35% extra aanstelling i.v.m. vervanging - wegens ziekte - van mevrouw Bep Boekestijn (secretaris Java-Sumatra).
Per 1 augustus 1992 werd haar werktijd op eigen verzoek terug gebracht naar 60%.

CZWD-Azie staf 1992
Vlnr: Adri Grasman, Mimi Mulder, Bep Boekestijn, Lucie Dulfer, Wim van Halsema, Ad Mook, en Dini van der Moolen
In het kader van haar werk bracht zij jaarlijks tenminste eenmaal een werkbezoek aan Zuid-Azi• (m.n. India), en -gedurende de vervanging van Bep Boekestijn- naar Indonesia.
Op het thuisfront bracht deze baan - in het verlengde van het vroegere vrijwilligerswerk - veel informatieoverdracht naar en bevordering van de bewustwording van de kerkelijke achterban voor ZWO (met name het moeilijke begrip Ontwikkelingssamenwerking, in de zin van verandering in Nederland) met zich mee. Dus, regelmatig 's avonds en op zondag op pad om kerkelijke groepen en commissies toe te spreken of in kerkdiensten op te treden. Zoals - door bemiddeling van Loes van der Burg-Dulfer - in Velzen Zuid in oktober 1999.
Ook publiciteit kreeg haar aandacht. Ze was jarenlang lid van de redactie van het maandblad Vandaar, betrokken bij het maken van zogenaamde 'projectmappen' voor de lokale gemeenten/ZWO-commissies, en ander publicatiemateriaal (zie bijvoorbeeld Kerken in Actie Nieuws mei 1998 met de titel 'Armoede in India, Uitdaging aan de kerken'..
Daarnaast was zij adviseur van haar 'baas' en goede vriend Ad Mook bij het vormgeven van de Azi• sectie. Gezamenlijk zetten zij zich in voor de integratie van het werk van Zending en Werelddiakonaat (zie uitnodiging voor 10 jarig ambtsjubileum in 1995).
Het werk in India bracht vele, door Lucie niet gewenste, maar vaak onvermijdelijke plichtplegingen met zich mee. Zoals het leggen van een eerste steen voor een nieuw gebouw en het luisteren naar toespraken bij de ingebruikstelling van zo'n gebouw. Bijvoorbeeld, voor een nieuw studentenverblijf voor St Paul Boarding Home in het bisdom Dornakal (zie links). De inhoud van dergelijke toespraken was haar soms een doorn in het oog.
Lucie had een aantal zeer goede vrienden in India. Allereerst natuurlijk Gabriele Dietrich en Basa Wielenga. Daarnaast mensen als de theoloog en kunstenaar Dr Solomon Raj. Van hem hebben wij ook enkele kunstwerken in huis.
.... Amity Foundation in Nanjing (China) ....
Op 25 mei 2000 nam ze officieel afscheid. Op dezelfde dag vierde haar chef en vriend Ad Mook zijn 25 jarig ambtsjubileum.

Geknipt silhouet
Dr Lucy Home for the Aged
In 2002, Mr Frank Viswanth van de organisatie CARDS weten dat zij een huis voor dakloze bejaarden hadden opgezet en dat de naam Dr Lucy Home for the Aged gegeven. Lucie was een beetje upset, omdat de suggestie gewekt werd dat haar naam gebruikt was vanwege de buitengewone zelfopoffering in de zorg voor haar moeder. Ze zou haar baan opgezegd hebben om voor haar moeder te zorgen (terwijl alleen een van ons thuis bleef als de ander op reis ging). Hoe dan ook, ze werd gevraagd om een 'short history of her life' te schrijven, die door de lokale organisatie gebruikt kan worden voor het maken van een leaflet waarmee men donaties wil verzamelen voor de instandhouding van dit Home.
Maatschappelijke activiteiten
Overgenomen uit een bijlage bij haar sollicitatiebrief voor de functie secretaris zending en werelddiakonaat uit 1985( met kleine aanpassingen en aanvullingen)
Kerkelijke activiteiten
1964-65 AZON-kursus in Baarn
1969 Lucie neemt als vrijwilliger (arts) deel aan vakantieweken voor ouderen en gehandicapten (?) van het Algemeen Diakonaal Bureau (ADB) van de Gereformeerde kerken.
1970-71 Scriba van wijkkerkenraad Buiten-Amstel-Centrum, Amsterdam (als opvolger van Gerard, die in de laatste fase van zijn promotieonderzoek zat)
1973-75 namens Algemeen Diaconaal Bureau (ADB) van de Gereformeerde Kerken lid van het bestuur van de stichting 'Diakonia Umum' in Yogyakarta (op verzoek van Ds S.S. van Dijk). Deze stichting hielp politieke gevangenen en hun familie, financieel en in natura.
1979-82 Lid van de ADB-commissie (SOK) waarvan Ds S.S. van Dijk secretaris was. Later lid van de Azi• commissie, secretaris Drs A. Mook. (Later was Gerard ook lid van deze commissie.)
1977-84 Eerst lid en later voorzitter van de zendingscommissie van de Gereformeerde kerk in Muiden. Men slaagde erin tot samenwerking te komen met de zendingscommissie van de hervormde kerk (gereformeerde bond richting) ter plaatse. Ze deed dit werk samen met Dicky Verkuyl (en Jacomien van den Hoven, als kerkeraadsvertegenwoordiger)
1977-85 Vanuit de classis Hilversum van de Gereformeerde Kerken lid van de provinciale zendingswerkgroep voor Noord-Holland. Leden van deze groep bezoek alle plaatselijke zendingscommissies. Samen met deputaten worden jaarlijks 1 of 2 classicale avonden belegd. Ze deed dit werk samen met Dicky Verkuyl.
1978-85 Namens de gereformeerde classis Hilversum lid van de hervormde classicale zendingscommissie van de classis Hilversum.
Nov. 1984-85 Vanuit de werkgroep Noord-Holland afgevaardigd naar de (hervormde) provinciale Z.W.O. commissie van Noord-Holland.
1978-85 Als afgevaardigde van de werkgroep Noord-Holland woon ik de vergaderingen van het Zuid-Azi• Orgaan bij. Hierin ben ik lid van de 'medische groep' en van de kortgeleden door ons opgerichte 'vrouwen groep'.
Zomer 1980 Deelname aan een week van de Council for World Mission (CWM) in Swansick
1992?-2000 Lid van de Redactie van het maandblad VANDAAR, uitgave voor zending, werelddiakonaat en ontwikkelingssamenwerking van de SoW-kerken (en - vanaf 199x - tevens namens de protestantse medefinancieringsorganisatie ICCO).
Vanuit haar functie als Azi• secretaris tevens lid van de overkoepelende Begeleidingscommissie Medisch Co•rdinatiesecretariaat van de SoW-kerken en ICCO.
Overige activiteiten
199x-199x: bestuurslid van de Stichting Jeugdhavens (?), waaronder enkele buurthuizen resorteerden, namelijk de Lanteern en De Driehoek. Zij was vertegenwoordiger van dit bestuur in de zgn Lanteernraad van het buurthuis De Lanteern op de Kromme Gracht in Amersfoort. Gerard was daar gedurende enkele jaren ook lid van.
1996?- 2002: bestuurslid van de Stichting Groot Haspels (SGH), een 'kleine' particuliere stichting die werkzaam is op het gebied van werelddiakonaat en ontwikkelingssamenwerking.
Zie verslag van reis naar Java samen met Hans Groot (SGH) en Klaas Aikes (SOW/ZWD-Azie) en Herdenkingsboekje van 18 jaar SGH (25 april 2000); tevens afscheid van de oprichters van SGH: Ada Groot-Haspels en Nanne Piet Groot).
2001-2002: lid van ZWO-commissie van de Fonteinkerk te Amersfoort (zie lijst diakenen en commissieleden)
2001-2002: coordinator van de Schrijfgroep van Amnesty International in buurthuis De Driehoek, ... in Amersfoort. Ze had de leiding overgenomen van Rie Dijksterhuis-de Nooij.
Resultaat van verblijf in Selly Oak College (Engeland) 157-1958

Toespraak van Eppie Berg-Miedema ter gelegenheid van het huwelijk
Toespraak van Eppie Berg-Miedema ter gelegenheid van het huwelijk van Lucie en Gerard op 21 juli 1967
4 November 1940 heeft Oom Jelle je gehaald in Waingapu in het huis van ds en mevr Wielenga. Ik weet nog hoe Oom straalde toen hij ons in Waikabubak over "dat schattige kleine ding" vertelde en je hebt dat speciale plaatsje gehouden.
In het kamp hadden we al 't gevoel dat Lucie en beetje bij ons hoorde en toen je 12 jaar was kwam je, van Sumba naar Holland, bij ons thuis. Vader en moeder gingen terug in 1952[1]. Het was een heel waagstuk Lucie uit de wereld waar alles anders was, waar je alleen met vader en moeder woonde in ons grote gezin te komen en dat betekende meedoen. Want onze kinderen zeiden wat ze dachten:
- "Wat idioot ze wil geen thee"
- "Wie lust er nou geen koffie"
- "Ze wil alleen limonade en dan rode!"
Tussen een aantal slordig weggemikte fietsen stond de fiets van Lucie en die glom. De rest proestte als Lucie poetste, maar ze stoorde er zich niet aan, wist het veilige midden te houden en haar fiets stond met standaardje keurig rechtop in de garage - en werd met respect behandeld.
Later kwamen er nog 3 Van Berge kinderen de wanorde vergroten, ieder had critiek op de ander en vaak werd er partij getrokken, maar van Lucie wist je niet aan welke kant ze stond, dat leerde je langzamerhand, want haar zwijgen was vaak sprekender dan al het gepraat van de anderen.
Al was ze dus heel anders ze viel nooit uit de toon - ja toch - een paar keer in 't jaar als de rapporten mee naar huis werden genomen. De spanning was er al dagen. Lucie lachte maar eens als de anderen benauwd keken en dan kwamen ze naar huis met de lijsten met cijfers die zoveel betekenen voor kinderen en vaders en moeders. Zo'n dag en nog dagen daarna pronkte Oom Jelle met Lucie's rapport en onze kinderen, die zich niet gauw van de voorgrond lieten dringen gaven Lucie dan ruim baan - hun eigen rapport en cijfers konden een beetje weggestopt achter de mooie lijst van Lucie en allemaal waren ze trots op "onze" prestatie in dat rapport.
Onvermijdelijk was er elk jaar een verjaardag, dan moesten er wel vriendinnen komen en een avondje georganiseerd worden. Arme Lucie, wat had ze het dan benauwd en wat was ze dankbaar als Anneke het gesprek gaande hield en de vrolijke toon aanbracht.
In die jaren waren er 8 meisjes in ons huis en dat gaf allerlei liefdesperikelen. Dan werd deze, dan die jonge held, die zich binnen de vesting waagde, bespot.
Op een goede dag kondigde Lucie ook aan dat ze Pinkstermaandag met een vriendje zou gaan fietsen, de hele dag. Ze was zo verstandig geweest de afspraak te maken vroeg te vertrekken (alles sliep dan nog in huis). Hij zou haar komen halen. Maar dat wilden de anderen niet missen. Lucie en een vriendje - het was de moeite waard daar vroeg voor op te staan. Toen Lucie 's morgens, schijnbaar rustig beneden kwam om te ontbijten, hield ik met moeite de meisjes boven in bedwang, ze wilden beslist naar beneden om "hem" te zien. Gelukkig voor die arme jongen hebben ze zich beperkt tot zover mogelijk uit het raam te hangen, waardoor ze alleen wisten te vertellen dat hij hele grote voeten had en ongepoetste schoenen! - hij kwam nooit terug!!
In later jaren kwamen de getrouwde kinderen met hun babies logeren en tante Lucie had een goede pers. Ik weet nog dat Anneke zei: "Nota bene ik sloof me uit voor dat kind en hij is dol op Lucie."
Van al die jaren dat Lucie deel uitmaakte van ons gezin kan ik me niet herinneren dat ••n van ons ooit het gevoel had "ze hoort er toch niet bij", wel "ze is anders". Hoe zo'n kind en later het grote meisje dat zelf ervaren heeft, weet je niet. Ze zei moeilijk spontaan wat ze dacht - de enige critiek die ze uitte over een gesprek of een gezegde was "Niet logisch". - dat was belangrijk!, misschien t• belangrijk voor Lucie. In ons gezin ontbrak dat vaak, die juiste redenering - in ons wereldje waren er verzinsels en dromen, ze lieten hun verbeelding gaan. Zo - lieve Lucie, heb je met al je logica, die oorzaak en gevolg zocht, bij ons vaak in de lucht gegrepen en daardoor misschien zonder dat wij het bedoelden of jij het wilde heeft het spelelement een plaats in je leven gekregen. Er zullen wel veel frustraties geweest zijn, maar we hebben onbewust ze misschien op kunnen vangen door je het gevoel te geven "hier is jouw thuis" - "hier is de liefde die je nodig hebt om straks volwassen de maatschappij in te gaan".
Je werd volwassen Lucie, je vader en moeder kwamen terug, en Gerard kwam.
Wij raakten dus op de achtergrond, gelukkig, want je kreeg een eigen thuis dat niet te vervangen is en nu - je eigen man.
Maar van ons gezin in Boskoop en Emmen blijf je, in onze herinnering, een deel en in ons aller hart houd je dat plaatsje lieve Lucie.
Wij kijken nu niet meer met bewondering naar je rapport, maar hopen straks je artsdiploma te bewonderen en zeggen dan nog eens in koor "Wat is die Lucie van ons toch knap!
[1] Moet zijn 1953 (GHD)
Overlijden
Lucie overleed thuis (Sint Andriesstraat 18, 3811 HT Amersfoort) op donderdagavond 3 oktober 2002. Overlijdensbericht in Trouw, ook advertentie van familie. Daarnaast rouwkaart.
Afscheidsdienst en crematie
Op 8 oktober vond een afscheidsdienst plaats in de Gereformeerde Fonteinkerk in Amersfoort. De liturgie van deze dienst, de liturgische woorden en de overweging van Ds Wybo Zoutman alsook de tekst van de door Gerard gehouden toespraak zijn beschikbaar.
Op dezelfde dag vond de crematie plaats in het crematorium Heidehof in Ugchelen (bij Apeldoorn). De toespraken van Diederik Dulfer en Lies Jansen en het door Gerard voorgedragen gedicht zijn ook beschikbaar.
Dankbetuiging
Op .. november werden een dankbetuiging aan ongeveer 370 Nederlandse adressen.
In memoriam
Ds Wybo Zoutman plaatste een In Memoriam in het informatieblad InFontein van de gereformeerde Fonteinkerk. Dezelfde tekst werd ook geplaatst in het Kerkblad van de SoW-kerken in Amersfoort.
Het 'boekje van Oma Lucie'
Met Bjorn mmmm
Herinneringen van Michel van Diest.
In Memoriam
Lucie overleed thuis op donderdagavond 3 oktober 2002 in Amersfoort. De circular letters die zij en Gerard aan hun buitenlandse vrienden en bekenden stuurden geven een beeld van de daaraan voorafgaande periode. In een email aan Frank Viswanth verwoordde zij haar visie op het laatste deel van haar aardse reis: "Many friends write to us that they pray for a miracle but I have to admit that we ourselves don't believe in miracles. This is our given course, and we can try to do something about it through medecine, but I am convinced that God will not, cannot, interfere in individual live patterns. Although we don't believe that these illnesses are God's doings, we believe that He will take care of us in this situation and we have to live our shortened life in a meaningful way. And that is quite difficult, I have to admit. "
Op 8 oktober werd een afscheidsdienst gehouden in de Fonteinkerk in Amersfoort. In het overzicht getiteld overlijden wordt informatie gegeven over de afscheidsdienst, de crematie, de dankbetuiging die in november verzonden werd en de bijzetting in het familiegraf in Ede op 26 februari 2003.
Ds Wybo Zoutman plaatste op 20 october 2002 een In Memoriam in het informatieblad InFontein van de gereformeerde Fonteinkerk. Dezelfde tekst werd ook geplaatst in het Kerkblad van de SoW-kerken in Amersfoort.
Vele vrienden en collega's haalden in brieven, kaarten en emails herinneringen op. Een deel van deze herinneringen is verzameld en toegankelijk gemaakt.
Herinneringen zijn ook te vinden in haar brieven (zie archief), in preken en gebeden van haar hand, in haar reisverslagen (zie archief), etc.
Over India schreef zij meerdere 'verhalen' die gebruikt werden voor kerkdiensten, voorlichtingsbijeenkomsten, publicaties (o.a. in Vandaar).
Het 'boekje van Oma Lucie'
Gerard maakte in de maanden na haarioverlijden samen met Bjorn een 'boekje van Oma Lucie' waarmee Bjorn en zijn zusje Dewi de herinnering aan Oma levend konden houden. In zijn toespraak in de afscheidsdienst had Gerard aanwezigen opgeroepen bijdragen voor dit boekje te leveren. Enkele van deze bijdragen zijn te vinden in het onderdeel herinneringen..
Dr Lucy Dulfer Home for the Aged
In 2001/2002 werd in Hyderabad een opvanghuis voor bejaarde straatzwervers gesticht. Het huis kreeg de naam Dr Lucy Home for the Aged (afgekort LDH), als eerbetoon aan Lucie. Het huis werd opgezet door het Child Guidance Centre (CGC). Zowel CGC als LHD zijn scheppingen van Dr Ranjan Babu en zijn zoon Frank Viswanth.
Dr Lucy Dulfer Library in Calvary Counselling Centre
In 2003 werd door Mr Amun Leivon, directeur van het Calvary Counselling Centre in Manipur (Noord Oost India), een kleine Lucy Dulfer Library opgezet als onderdeel van de bibliotheek van het CCC. Gerard Dulfer doneerde enkele boeken uit de nalatenschap van Lucie.
Herinneringen
Gerard sprak op haar sterfdag met zijn kleinzoon Bjorn af dat ze samen een klein boekje over Oma zouden maken; voor hem en zijn zusje Dewi. De tekeningen die zij voor Oma Lucie gemaakt hadden moesten daar ook in, vond Bjorn.
Gerard beloofde hem dat ik hij anderen zou vragen om - zo mogelijk - ook iets van uw herinneringen op te schrijven. Dan kan het uitgebreide 'verhaal van Oma' later door Bjorn en Dewi gelezen en verder verteld worden.
Het 'boekje van Oma Lucie'
De volgende personen stuurden herinneringen aan Lucie, soms nadrukkelijk voor het boekje van Oma Lucie:
- Corinth van Schaik (collega Leusden/Utrecht)
- Feije Duim (collega Leusden/Utrecht)
- Lia Wolters (samen in ZWO-werk in relatie met India)
- Toos van Rijn (telefoniste Leusden/Utrecht)
- Ruud Kapteijn (collega Gerard VU)
- Moeder Jans Luijendijk
- Lenie Hartzema - Klapwijk (nicht)
Overige herinneringen
- Ans Juch-Kampherbeek (vriendin uit M.O./Emmen)
- Michel van Diest (bekende uit Amersfoort)
- Harriet Elsenaar (vriendin uit Muiden)
- Heleen Kleijn (collega Leusden/Utrecht)
- Karel Jagtenberg (samen in ZWO-werk in relatie met India)
- Hans Hekkenberg (samen in Azie commissie en in ZWO-werk in relatie met India)
Rouwadvertentie

Bijzetting in het Familiegraf Dulfer te Ede 26 februari 2003
Barmhartige God,
Er staat geschreven:
Het stof keert terug naar de aarde
waar het vandaan kwam en
de levensgeest naar God die hem schonk.
(Prediker 3: 20 en 12:7 Willibrordvertaling)Wij laten de stoffelijke resten van Lucie
achter in dit graf.
Verdrietig, maar ook dankbaar
vertrouwen wij haar aan U toe.
In Uw handen bevelen wij haar geest.
(Psalm 31:6)Draag haar op handen,
zoals wij U hebben voorgedaan.
Draag haar op haar verre reis
- waarheen weet Gij alleen.En draag ook ons,
geef mensen die ons vasthouden, lief hebben,
geef ons aan elkaar.En wees voor ons - in de tijd die nog komt -
inspiratie en liefde
en een licht op onze weg.Amen. Moge het zo zijn.
Bijzetting in het Familiegraf Dulfer te Ede 26 februari 2003
De dood is niets.
Ik ben alleen maar aan de overkant.
Ik ben ik, jij bent jij.
Wat we voor elkaar waren,
zijn we nog steeds.
Noem me zoals je me steeds genoemd hebt,
spreek tegen me zoals vroeger,
op dezelfde toon,
niet plechtig, niet droevig.
Lach om wat ons samen heeft doen lachen.
Bid, glimlach, denk aan mij, bid met mij.
Spreek mijn naam uit thuis,
zoals je altijd gedaan hebt
zonder nadruk,
zonder zweem van droefheid.
Het leven is wat het altijd is geweest.
De draad is niet gebroken.
Waarom zou ik uit je gedachten zijn?
Omdat je me niet meer ziet?
Nee, ik ben niet ver,
juist aan de andere kant van de weg.
Zie je, alles is goed.
Droog je tranen
en huil niet, als je van me houdt.(uit een concept liturgie voor de herdenking van de gestorvenen aan het einde van het kerkelijk jaar; tekst van C.H. Scott Holland; vrij naar Augustinus)
Voorgoed onbereikbaar nabij.
Uit de bundel "Onbereikbaar nabij" van de dichter Guillaume van der Graft (Willem Barnard), Uitgeverij de Prom, 1997